Grondwettelijk Hof zet belangrijke stap naar rechtszekerheid rond dataretentiewetgeving: ISPA België blijft kritisch over uitvoerbaarheid en privacybescherming

Grondwettelijk Hof zet belangrijke stap naar rechtszekerheid rond dataretentiewetgeving: ISPA België blijft kritisch over uitvoerbaarheid en privacybescherming

Brussel, 26 september 2024 – Het Grondwettelijk Hof heeft vandaag het grootste deel van de Belgische dataretentiewet van 2022 in stand gehouden. ISPA België, de vereniging die het Belgische internetecosysteem vertegenwoordigt, verwelkomt deze beslissing als een cruciale stap richting meer rechtszekerheid, maar blijft bezorgd over de praktische uitvoerbaarheid van de wet en de impact op de privacy van burgers.

Na jaren van juridische onzekerheid zorgt deze uitspraak voor meer duidelijkheid, maar er blijven nog belangrijke vragen open. “We zijn opgelucht dat er nu meer rechtszekerheid komt, wat onze sector al lange tijd nodig had,” zegt Henri-Jean Pollet, voorzitter van ISPA België. “Toch blijven er zorgen over bepaalde elementen van de wet, vooral met betrekking tot de verplichte bewaring van geolocatiegegevens. Hoewel het Hof heeft bevestigd dat sommige bewaarplichten noodzakelijk zijn, heeft het ook prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Justitie van de EU over de rechtmatigheid van deze verplichtingen. Dit geeft aan dat volledige duidelijkheid over deze specifieke aspecten van de wet nog op zich laat wachten.”

Deze technische uitdagingen en juridische onzekerheden plaatsen de sector voor aanzienlijke investeringen, zonder dat de volledige uitvoerbaarheid gegarandeerd is. Daarnaast benadrukt ISPA België de blijvende spanning tussen de bewaarplicht en de fundamentele rechten op privacy. “Hoewel we het belang van misdaadbestrijding erkennen, mag dat niet ten koste gaan van de privacy van burgers. We blijven pleiten voor een evenwichtige wetgeving die deze rechten respecteert,” aldus Pollet.

Constructieve dialoog blijft nodig

ISPA België blijft bereid om constructief samen te werken met de overheid en andere belanghebbenden om te zorgen dat de wetgeving proportioneel, werkbaar en toekomstbestendig wordt geïmplementeerd. “We hopen dat verdere verduidelijking snel volgt, zodat we onze diensten kunnen blijven aanbieden binnen een stabiel juridisch kader,” besluit Pollet.